ARF

Binnenkort…

Operatie Nemesis

Vrijwel direct na de Wapenstilstand van Mudros (30 oktober 1918) werden in Malta ambtenaren die verantwoordelijk werden geacht door de Britten voor het uitvoeren van de zogenaamde Armeense Genocide opgepakt en in Istanbul vastgehouden. De geallieerden stuurden ze vervolgens aan boord van SS Princess Ena Malta en HMS Benbow naar de Britse kolonie Malta in een poging tot vervolging. Hier werden ze vanaf maart 1919 ongeveer drie jaar vastgehouden, terwijl zoekopdrachten werden uitgevoerd in de archieven van Istanbul, London, Parijs en Washington.

Giovanni Bonello, rechter van het Europees Hof voor Rechten van de Mens, beweert dat de gevangenen in 1921 zijn vrijgelaten nadat ze geen juridisch kader hadden om ze als oorlogsmisdadigers te vervolgen. De vrijlating heeft uiteindelijk plaats gevonden in ruil voor de 22 Britse gevangen, die werden vastgehouden door Mustafa Kemal Atatürk.

Al snel begon de Armeense Revolutionaire Federatie (“Dashnak”) met een moordcampagne om voor eigen rechter te spelen. Tussen 1920 en 1922 werden een aantal voormalige Ottomaanse politieke en militaire figuren, evenals Azerbeidzjaanse figuren, vermoord. Dashnak verdedigd haar acties vanwege de Turkse rol in de Armeense relocaties en het bloedbad in Baku, maar vergeet hierbij te vermelden wat hun eigen rol was in deze kwestie.

Slachtoffers